Fleodrodum
Fleodrodum' werd gecomponeerd in opdracht van fanfare Wilhelmina Vlierden o.l.v. Jan Koolen in 2010.
De compositie bestaat uit 4 in elkaar overlopende delen:
1. Introductie – anno 721
In het jaar 721 duikt 't Brabantse dorp Vlierden voor het eerst in de boeken op. Hieruit is op te maken dat Vlierden al eeuwen oud moet zijn. Vlierden staat in deze tijd bekend als "Fleodrodum"; vermoedelijk in de betekenis van "woonplaats begroeid met vlierstruiken". De compositie opent dan ook met een introductie in de vorm van een middeleeuwse dans.
2. De Watermolens
Tussen de 14e en 17e eeuw kende Vlierden maar liefst 3 watermolens. In het wapen van Vlierden zijn dan ook 3 molenijzers te vinden. In dit deel is te horen hoe één van deze watermolens vanuit stilstand langzaam begint te draaien totdat het als het ware 'op hol slaat'. Het slagwerk laat het mechaniek binnen de molen horen.
3. 't Ven
Aan de rand van Vlierden ligt een gebied met restanten van vennetjes wat nog altijd 't Ven genoemd wordt. In dit gebied ligt ook het "Wiegerbos", de begraafplaats van de familie Wiegersma. Hendrik Wiegersma was vroeger de beschermheer van Fanfare Wilhelmina. In dit afgesloten bos bevond zich in het midden een ronde vijver waarin een zuil stond met de ontroerende tekst "Samen in liefde luisteren naar stilte".
4. Heksendans op de 'Tutjesberg'
In de Vlierdense bossen bevindt zich een gebied wat "De Bikkels" wordt genoemd. Hier zijn onder meer zandverstuivingen en beschermde jeneverbesstruiken met 'bikkelharde' besjes te vinden. De jeneverbes is in Nederland een vrij zeldzame en bedreigde soort. Door de grillige vorm van de jeneverbesstruik sloeg de fantasie van onze voorouders op hol. Bij het opstijgen van nevelflarden uit de struik en het voorbij schuiven van wolken langs de maan dacht men spoken en heksen te zien. Vandaar dat dit gebied ook bekend staat als Tutjesberg (Tutjes betekent 'oude wijven' of 'heksen').